Het is een misdrijf (geen overtreding) als een bestuurder de plaats van een ongeval verlaat zonder dat hij voldoende gelegenheid geeft om zijn identiteit vast te stellen. Het is de bedoeling dat een bestuurder na een ongeval stopt en voldoende gelegenheid biedt om zijn naam, geboortedatum en door te geven. De bestuurder kan dat aan het slachtoffer, getuigen of aan de politie laten weten. Het is aan te raden om dat dus eerst allemaal goed te regelen voordat je wegrijdt. Dat staat in artikel 7 van de Wegenverkeerswet.
Hoeveel uur na ongeval melden?
Soms wordt het een bestuurder toch vergeven als hij na een ongeval direct doorrijdt. De bestuurder die zich binnen 12 uur na het ongeval vrijwillig bij de politie meldt, zijn identiteit dan alsnog kenbaar maakt en verklaart in welk voertuig hij reed, is straffeloos. Dat staat in artikel 184 van de Wegenverkeerswet, zie hieronder. Als de bestuurder binnen die 12 uur door de politie wordt benaderd, kan hij zich niet meer “vrijwillig” melden. “Vrijwilligheid” betekent dus dat een bestuurder zich op eigen houtje, uit eigen beweging bij de politie meldt.
Let op: de 12-uursregeling geldt niet altijd! De bestuurder die weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het slachtoffer met letsel in hulpeloze toestand wordt achtergelaten, kan geen beroep doen op de 12-uursregeling. Als die bestuurder doorrijdt, kan hij door justitie wel worden vervolgd voor het verplaatsen van de plaats van het ongeval.
Wat valt onder een verkeersongeval?
In het normale spraakgebruik is al van een ongeval sprake als personen of voorwerpen heftig tegen elkaar aan komen. Juristen gebruiken een iets minder ruime definitie. In de Wegenverkeerswet is niet uitgelegd wanneer van een verkeersongeval sprake is, maar uit de totstandkoming van die wet blijkt wel dat daaronder in elk geval valt: een botsing, een aanrijden en een overrijding. Het ongeval moet zich hebben voorgedaan in een verkeerssituatie. Dat is een vrij ruim begrip, waaronder ook een ongeval buiten de openbare weg lijkt te vallen.
Wat is de straf voor: verlaten plaats ongeval?
Het verlaten van een plaats van een ongeval is geen overtreding, maar een misdrijf. De straffen die kunnen worden opgelegd, zijn daarom hoger dan bij een overtreding. In Nederland staan maximumstraffen in de wet, zie hierna. Zo heeft de rechter ruimte om een passende straf – onder dat maximum – op te leggen en dus “te straffen op maat”. Een rechter is dus niet verplicht om een maximumstraf op te leggen en kan hiervan afwijken. Een rechter kan een lagere straf geven als een bestuurder voor zijn inkomen van zijn rijbewijs afhankelijk is. Hij kan dan bijvoorbeeld alleen een werkstraf opleggen en geen rijontzegging. Hier staat een voorbeeld van zo’n verkeerszaak.
Wat is de hoogste straf voor het doorrijden na een ongeval?
Rijontzegging
De bestuurder die doorrijdt na een ongeval kan dus zijn rijbewijs kwijtraken. Dat kan grote problemen opleveren. Zeker die bestuurder recent al eerder is veroordeeld voor het verlaten plaats ongeval kan een lange rijontzegging worden opgelegd. In dat geval zelfs maximaal 10 jaar ( 179 lid 4 van de Wegenverkeerswet).
Heb ik een advocaat nodig?
Het verlaten van de plaats van het ongeval is een misdrijf. Een veroordeling betekent dus ook een strafblad en kan ervoor zorgen dat het rijbewijs moet worden ingeleverd. De gevolgen kunnen dus groot zijn. Daarom raden wij aan om direct contact met ons op te nemen. Bel ons direct voor gratis advies: 085 060 2792 (geen extra belkosten!)
De belangrijkste artikelen op een rij:
Artikel 7 van de Wegenverkeerswet luidt:
Het is degene die bij een verkeersongeval is betrokken of door wiens gedraging een verkeersongeval is veroorzaakt, verboden de plaats van het ongeval te verlaten indien:
bij dat ongeval, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een ander is gedood dan wel letsel aan een ander is toegebracht;
bij dat ongeval, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, schade aan een ander is toegebracht;
daardoor, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een ander aan wie bij dat ongeval letsel is toegebracht, in hulpeloze toestand wordt achtergelaten.
Het eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, is niet van toepassing op degene die op de plaats van het ongeval behoorlijk de gelegenheid heeft geboden tot vaststelling van zijn identiteit en, voor zover hij een motorrijtuig bestuurde, tevens van de identiteit van dat motorrijtuig.
Artikel 184 van de Wegenverkeerswet luidt:
Bij overtreding van artikel 7, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, is strafvervolging tegen de in dat artikel bedoelde overtreder uitgesloten, indien deze binnen twaalf uren na het verkeersongeval en voordat hij als verdachte is aangehouden of verhoord, vrijwillig van het ongeval kennis geeft aan een van de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde personen en daarbij zijn identiteit en, voor zover hij een motorrijtuig bestuurde, tevens de identiteit van dat motorrijtuig bekend maakt